Interview trainer Martijn

Van elfjarige beginner tot professioneel trainer: een interview met Martijn Spithoven

Interviewers Marieke van Egeraat & Devlin Oosterwijk

Dit jaar begon bij ons Martijn Spithoven als nieuwe trainer. Reden genoeg dus om hem wat beter te leren kennis. Zo wist je vast nog niet dat Martijn ooit mee geweest is op Akrisweekend, dat hij zijn ellenboog gebroken heeft (hoe dan!?) of dat hij ooit wilde werken bij zijn favoriete voetbalclub, N.E.C.! Het komt allemaal voorbij, dus lees snel verder.

We beginnen bij het begin: Martijn is geboren en getogen in Nijmegen en dat is ook te zien aan zijn tafeltennisgeschiedenis. Op zijn elfde begon hij bij het toenmalige ATC (tegenwoordig TN) aan de sport waarmee hij nu zijn brood verdient. Op de basisschool werden er proeflessen aangeboden, maar in eerste instantie was Martijn niet van de partij. Pas anderhalf jaar later, nadat ondertussen zijn broer wel was gaan spelen, wist de sport hem te overtuigen en pakte hij voor het eerst een batje vast. ‘Na een jaar won ik van mijn broer, dus die vond het niet meer zo leuk en hij dacht “wegwezen hier”’. Martijn had daarentegen wel de drive om beter te worden en ‘de wil om hard te werken’. ‘Wat ik vooral geleerd heb bij de jeugd is dat je het proces moet zien. Dus niet blijven hangen bij één resultaat, positief of negatief, maar dat je meer de lange termijn ziet en daarvoor werkt’. Hij vertelt ons dat zijn backhand nog steeds niet zo goed is. Sterker nog, ‘tot de kampioenspoule in de jeugd heb ik eigenlijk alles met forehand gespeeld’. Toch moest het er een keer van komen, dus concentreerde Martijn zich vervolgens op zijn backhand, die ‘nog steeds niet is zoals die moet zijn, maar toch heeft het me wel wat opgeleverd’.

Na de jeugd stroomde Martijn door naar de senioren, maar dit ging niet zonder slag of stoot: ‘Tijdens de eerste training na de vakantie speelde ik een forehand topspin waarbij de spier langs het bot bewoog en een stukje bot meepakte’. Uiteindelijk betekende dat een half jaar geen tafeltennis voor Martijn en bovendien vier jaar later een operatie. Nog steeds blijft het een zwakke plek, waardoor de dokters ‘hebben gezegd dat ik geen krat bier mag tillen met links, maar dat doe ik toch nog wel’. Gelukkig heeft de operatie wel geholpen, want ondertussen kan Martijn gewoon weer spelen.

‘Dit is trouwens ook waarom ik trainer ben geworden’, vertelt Martijn ons plotseling. ‘Door de blessure ben ik training gaan geven. In eerste instantie een beetje meekijken en meelopen en uiteindelijk vond ik dat zo leuk dat ik dacht ik ga hier gewoon mee verder. Dat is een beetje uit de hand gelopen’. Martijn overdrijft niet met ondertussen z’n eigen trainersbedrijf, detafeltennistrainer.nl. Hij geeft drie dagen in de week training in Zwolle op een talentenschool, Regionaal Trainingscentrum Nijmegen twee keer in de week, bij TN één keer in de week en natuurlijk bij Akris. Daar komen dan nog afdelingstrainingen en losse uurtjes bij. ‘De jongste die ik les geef is 7, terwijl ik ook privéles geef aan zestigplussers’. Maar Martijns passie ligt bij talenttraining. ‘Je hebt met kinderen te maken die zich moeten nog ontwikkelen, in tafeltennis maar ook als mens. Zo help ik ook een jongen die de planning van huiswerk en trainen moeilijk vindt en nu lukt het hem langzaam om zelf de planning te maken’.

Overigens was tafeltennistrainer niet de onmiddellijke keuze van Martijn voor zijn toekomst. Hij is eerst commerciële economie gaan studeren in Tilburg met een focus op de sportwereld. ‘Mijn doel was om bij mijn favoriete voetbalclub aan de slag te gaan, bij N.E.C. Daar heb ik ook mijn afstudeerstage gedaan en zelfs gesprekken gehad om daar te gaan werken’. Helaas liep dit dood en kwam Martijn in de sales terecht, ‘toen kwam ik er best wel snel achter dat die hoek niet mijn ding was dus zo ben ik langzaam overgestapt op training geven’. Dat vond de omgeving niet heel verstandig (‘gooi je je toekomst niet weg?’), maar na een half jaar als jeugdbondscoach in Suriname te hebben gewerkt, lag het voor Martijn vast: hij ging zich op het trainen richten. ‘Met kerstavond kwam ik terug en 1 januari was het bedrijf opgericht’.  

Ambities heeft Martijn nog genoeg: ‘Ik wil nog steeds jeugdbondscoach worden en dan voornamelijk onder de dertien om daar de structuur grondig te veranderen. Nu krijgen heel veel individuen een persoonlijke trainer aangewezen, maar volgens mij moeten ze in groepen gaan trainen om elkaar sterker te maken. Bovendien moeten we kijken of we meer internationale ervaring op kunnen doen’. Hij ziet genoeg talent bij de jeugd, maar ze moeten de mogelijkheden krijgen om zich te blijven ontwikkelen. Als speler heeft Martijn niet zoveel ambitie meer, ‘vooral gezelligheid is voor mij belangrijk. Daarom zit ik nu ook in een echt vriendenteam en na de wedstrijd op stap. Het gaat er vooral om dat we het leuk hebben’.

En wat vindt Martijn van Akris? ‘Het is druk! Dat geeft wel een leuke, nieuwe uitdaging voor mij als trainer’. Bovendien vindt hij het bij ons gezellig en relaxed, terwijl mensen toch ook wel willen leren. ‘Die combi vind ik wel heel prettig’. Het niveau gaat alle kanten op, maar over het algemeen vindt hij het niet tegenvallen. Dat al die andere niveaus in één groep zitten, ‘maakt training geven wel lastig en tegelijkertijd een uitdaging’. Het grootste aandachtspunt vindt Martijn de vertaling van oefening naar wedstrijd. Qua gezelligheid zit Martijn in ieder geval op zijn plek. ‘Het ging eigenlijk best wel natuurlijk. Je gaat mee borrelen en je wordt er gelijk bij betrokken’. Overigens was dat niet nieuw voor Martijn, want een aantal jaar geleden mocht hij ook al kennismaken met onze vereniging toen hij meeging op Akrisweekend naar Groningen. We zullen zien of hij dit jaar weer van de partij is.

Natuurlijk heeft Martijn ook nog verschillende tips voor ons, maar hij begint met een tip voor het sportcentrum. Hij wil een nieuwe cursusgroep gaan starten, zodat de overgang naar Akris wat makkelijker zou kunnen worden. Voor Akris algemeen geeft hij als tip mee dat we moeten proberen de verhouding mannen/vrouwen zo te houden, want daarin zijn we uniek als vereniging. Dat brengt ons  bij tips voor andere verenigingen: zorg voor fatsoenlijke dameskleedkamers! ‘Ik heb ook een tip voor een specifieke Akrisser, voor Brent, namelijk dat hij een keer voor vijf voor negen binnenkomt’.